Angular CLI
Angular CLI (eenmalig) installeren.
- De Angular CLI hoef je maar éénmalig te installeren.
- Voer in de terminal volgende instructie uit:
$ npm install -g @angular/cli@6 - Met de Angular CLI maakt je snel en eenvoudig een volledig werkende applicatie aan.
- Verder bevat de CLI commando's om extra componenten, services, pipes, enz. aan te maken. Hierover later meer.
Je eerste Angular-project.
De Angular CLI is geïnstalleerd, dus hoog tijd om een eerste project aan te maken.
- Maak op je data-schijf een nieuwe map LesAngular6. In deze map komen later alle projecten te staan.
- Verwijs het pad in de terminal naar deze map.
- Maak een nieuw Angular-project. Voer onderstaande instructies één-na-één uit:
$ ng new mijn-eerste-app $ cd mijn-eerste-app $ ng serve -o
Merk op dat de titel van de pagina de naam van het project krijgt, maar dan in CamelCase geschreven. Het project mijn-eerste-app krijgt als titel MijnEersteApp.
- Het laatste commando, ng serve, start een lokale webserver.
De site is nu bereikbaar via http://localhost:4200. - Met de optie
-oachter het commandong serveopent de site zich automatisch in de browser. - Je kan de server stoppen door Ctrl+C te klikken.
Het project aanpassen in WebStorm (of in een IDE naar keuze).
We gaan voorlopig nog niet te diep in op de structuur van een Angular-project, maar we gaan toch al even de inhoud van de getoonde pagina aanpassen.
Best dat je eerst de server stopt (Ctrl+C) omdat we vanaf nu de geïntegreede terminal van WebStorm gebruiken.
- Sluit de terminal.
- Open het project in WebStorm.
Een Angular-project bevat heel wat bestanden. De meeste bestanden in de rootfolder zijn voor de interne werking van Angular bedoeld en daar hoeven we ons voorlopig niets van aan te trekken.
- Open de terminal binnen WebStorm (Zie tabblad onderaan links).
- Start de webserver met het commando:
ng serve -o - Open de indexpagina src/index.html
Als je de site in de browser bekijkt, zal je merken dat de body van het document totaal niet overeenstemt met de body-tag van de indexpagina. Enkel het head-gedeelte klopt wel.
- Pas de titel van de pagina aan. Alle wijzigingen worden dadelijk in de browser zichtbaar.
Binnen de body-tag staat een speciale tag, namelijk <app-root></app-root>.
Angular werkt namelijk met componenten. Elke component heeft een eigen selector in de vorm van <app-xxx>.
Hoe componenten tot stand komen en hoe deze met elkaar communiceren, bespreken we later. Voorlopig hoef je enkel te weten dat deze tag verwijst naar het document src/app/app.component.ts.
- Open de pagina's src/app/app.component.ts en src/app/app.component.html
Op app.component.ts vind je de selector terug waar op de homepage naar verwijst. Angular gaat nu deze selector vervangen door de HTML-code die bij deze component hoort, namelijk de inhoud van app.component.html.
De HTML-pagina bevat hoofdzakelijk statische informatie, maar ook één woord tussen dubbele
aanhalingstekens.
{{ titel }}.
Deze speciale notatie noemen we databinding. Titel is namelijk een variabele die wordt opgehaald uit het ts-bestand.
- Experimenteer met de statische inhoud van het html-bestand.
- Maak ook enkele nieuwe variabelen aan in het ts-bestand en integreer deze op de pagina.
- Tracht de bijhorende pagina na te bouwen.